
- Home
- Als dansdocent
- Voor de dansdocent
- Publicaties
- Dansdocent vs dansleerling
- Leerproces dansleerling
- Energiebesparend lesgeven
- 5 benaderingswijzen
- Blessure wijsheid
- Leiderschap in beweging
- Coaching dansdocent
- Interviews met dansdocenten
- Sanne van der Put
- Sophie van Heesewijk
- Marjon van Grunsven
- Robin Berkelmans
- Inspiratievideo
- Intervisie Dansdocent
- Workshops
- Agenda
- Blog
- Contact
- Gallery
- Home
- Als dansdocent
- Voor de dansdocent
- Publicaties
- Dansdocent vs dansleerling
- Leerproces dansleerling
- Energiebesparend lesgeven
- 5 benaderingswijzen
- Blessure wijsheid
- Leiderschap in beweging
- Coaching dansdocent
- Interviews met dansdocenten
- Sanne van der Put
- Sophie van Heesewijk
- Marjon van Grunsven
- Robin Berkelmans
- Inspiratievideo
- Intervisie Dansdocent
- Workshops
- Agenda
- Blog
- Contact
- Gallery
Blog
De onderlinge relatie van dansleerling en dansdocent
Posted on April 23, 2016 at 3:35 PM |
![]() |
De onderlinge relatie van dansleerling en dansdocent
~ de ziel van de dansles ~
Geschreven door: Esther Nederpelt Lazarom
Maken of breken
In een gezonde (werk)relatie, zo ook in de relatie tussen dansdocent en dansleerling, functioneert ieder vanuit zijn volledige potentie. Er is een fijne sfeer, een veilige haven om groeimogelijkheden maximaal te benutten en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Er heerst als het ware een balans tussen docent en leerling waarbinnen ieder op zijn eigen manier een inspirerende les kan beleven. Soms echter raakt deze balans verstoord en wordt ineens de kwetsbaarheid voelbaar in de docent binnen zijn functie, of ervaart de dansleerling de les als minder prettig.
In het boek ‘OLGA morgen dans’ ik weer van Femke van Wiggen stond een alinea over dit voor mij zeer intrigerend onderwerp betreffende de relatie tussen dansdocent en dansleerling:
“Voor de meeste leerlingen die ze onder haar hoede heeft, blijft Mevrouw een raadsel. Ze kan koket en flirterig zijn en je zo inpalmen. Ze kan teder en aandoenlijk zijn, uit het niets in huilen uitbarsten en je zo voor haar winnen. Ze kan zich formeel en afstandelijk opstellen en ze kan opeens begrip tonen. Ze kan je een schuldgevoel aanpraten, uit je vel doen springen of diep ongelukkig maken. Met één enkele opmerking.
De ene week heb je een goede verstandhouding met haar, de andere week negeert ze je volkomen.
Aantrekken en afstoten. Sonia Gaskell is, hoewel in de kern heel loyaal, onvoorspelbaar.”
Wat mij zo raakt aan bovenstaand stukje is de beschrijving van de kracht en intensiteit van de onderlinge verbinding die je als dansdocent en als dansleerling met elkaar hebt. Hoe deze verbinding de dag van de dansleerling kan maken of breken. Dat dit ook andersom geldt weet ook elke dansdocent! Dat je leerlingen, of soms maar één leerling, jou ook diep kunnen raken op onverwachtse plekken, zowel in het positieve als negatieve veld van de ervaring.
Docent vs dansleerling
Uitgaande van de gedachte dat de dansdocent de bron is van wat er wordt beleeft door de dansleerling in een dansles, is het niet gek dat hierin een kwetsbaarheid verscholen ligt bij de dansleerling. De dansdocent ‘bepaalt’ immers wat er in de les gaat gebeuren, welke vorm de les heeft, hoe deze wordt uitgewerkt en hoe er wordt omgegaan met de ‘resultaten’. Of deze vorm nu bestaat uit puur volgen, voordoen/nadoen of dat de les bestaat uit improvisatie, een creatieve opdracht of dat je als leerling choreografisch aan de slag gaat, het is de docent die de les initieert en de vorm aanreikt (wel of niet in samenspraak met de leerlingen).
Buiten de vraag of de methoden en manieren die een dansdocent gebruikt werkelijk tot de gewenste resultaten leiden bij de dansleerling, is het buitengewoon interessant om te zien wat voor enorm effect de onderlinge relatie heeft in de ervaring van beiden.
Als ik naar mezelf als dansleerling kijk dan ervaar ik een les, waarbij ik een fijne klik heb met de docent, alsof ik kan vliegen! Wat een vreugde om in zo’n les te dansen.
“Jaa, prachtig, dat is het precies!” hoor ik de docent zeggen en ik straal, wil nòg meer geven. Of “Kun je iets meer je arm in dezelfde flow als je been laten bewegen” en ik daag mezelf uit om de flow in zowel arm als been te vergroten, ik sta gemotiveerd te oefenen en te onderzoeken in de hoek van de danszaal.
Anderzijds, als ik de docent of de les niet prettig vindt waarin ik dans, lijkt het alsof ik in de gevangenis zit en niet weg kan. Dat klinkt wat overdreven, maar het kan een heel opgesloten gevoel teweeg brengen. Oh en de tijd gaat dan zo langzaam, buiten dat ik mijn lichaam in spanning voel toenemen en een innerlijk 'nee' voel opkomen. “Die allongé* moet echt kleiner” hoor ik de docent nog zeggen tegen mijn mede-dansleerling een aantal jaren geleden. En ik zag haar voor mijn ogen ineenschrompelen, ze was daarvoor nog zo aan het genieten van haar eigen dansende lichaam in de voor haar heerlijke klassieke dansles.
* Ballet-term: betekent ‘verlengd’ en ‘uitgestrekt’. Bijvoorbeeld bras allongés: uitgestrekte armen.
Geen regels
Met voorgaand voorbeeld wil ik niet zeggen dat specifieke feedback ook altijd op dezelfde manier aankomt of werkt bij de leerlingen. Dit is sterk afhankelijk van o.a. de al opgebouwde relatie, de persoonlijkheid van docent en leerling en zelfs wie er met zijn/haar goede been uit bed is gestapt op de dag van vandaag! Het kan zelfs zo zijn dat een compliment verkeerd valt en een stevige correctie aanspoort tot een prachtige dansbeweging. Dus hier zijn geen 'regels' voor te benoemen, buiten dat het een kwestie is van aanvoelen - en dan nog kun je het geregeld mis hebben als docent of de docent mis-interpreteren als leerling.
Je kan als docent de ervaring hebben dat je heel verbonden bent met je leerlingen en dan nog kan iets wat je grappig bedoelt, of als steun om iemand verder te helpen, helemaal verkeerd aankomen. Of andersom, dat en reactie van een leerling anders bij jou binnenkomt dan dat diegene bedoelt. We zijn allemaal mensen en that is what happens. Het gaat erom: hoe ga je ermee om àls zich zoiets voordoet?
Wat de docent zegt is dus vaak niet de issue, maar de impact die het heeft is het interessantste stuk. Dansleerlingen glijden af of leven op, puur door de aanpak van de docent (waarbij we voor nu buiten beschouwing laten dat afglijden er soms voor zorgt dat er op een bepaald gebied (fysiek of mentaal) kracht wordt ontwikkeld en dat je dus toch opleeft). Sommige dansleerlingen komen pas werkelijk tot hun volledige potentie als zij jaren later loskomen van de docent die 'verkleinend' op hen werkt, bedoeld of onbedoeld. En bij weer anderen is het bij de volgende les alweer opgelost. Ieder reageert er anders op maar dàt er een reactie plaatsvindt, is een feit.
Dansleerling vs dansdocent
Ook voor de dansdocent geldt deze ‘gevoeligheid’ evenzeer de andere kant op. Als jouw leerlingen lekker met jouw les meebewegen, dat je ze ziet groeien en bloeien, dat je ze weet te raken en te inspireren… Het kan je vleugels geven als dansdocent! Ook als ze eerlijk tegen je zeggen wanneer ze iets niet leuk vinden, dat jullie gewoon een open en integere relatie hebben waarbij alles wat er is er mag zijn, het kan zo genieten zijn!
Aan de andere kant, als de groep een innerlijk ‘nee’ in zicht draagt en je krijgt het als dansdocent niet voor elkaar om dit om te vormen in een ‘ja’, dan kan een les enorm zwaar zijn, met soms zelfs slapeloze nachten van dien. Dan kan alles wat je zegt verkeerd vallen, de leerlingen kwetsen in plaats van stimuleren, puur omdat jullie elkaar niet voelen of begrijpen. Of als er één leerling in de les staat met een gezicht op onweer. Elke dansdocent heeft dit weleens meegemaakt en weet dat het invloed heeft, het laat je zeker niet koud!
De mate van impact is natuurlijk bij ieder individu, voor zowel dansleerling als dansdocent, totaal verschillend afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de gevoeligheidsgraad van degene waar het om gaat.
Besef van onderlinge invloed
Waar ik het licht op wil laten schijnen is de wederzijdse relatie van de dansdocent versus de dansleerling, waar een zekere afhankelijkheid van elkaar in huist, net zoals in elke relatie. Er speelt een grote mate van kwetsbaarheid mee in deze samenwerking, zowel voor de dansleerling als voor de dansdocent.
Dans is zo eigen, komt zo van binnenuit, wordt gedanst met het lichaam zelf. Het is zo dichtbij, dichterbij dan de huid… Dans beweegt vanuit jouw unieke persoonlijkheid, vanuit jouw eigen lichaam, helemaal vanuit jouw binnenste… Maakt dat ons, als danser en dansdocent, zo kwetsbaar? Staan we - als we met dans bezig zijn - zo ‘open’ met ons hart, dat we daardoor een extra gevoeligheid ervaren bij uitwisseling van de energie die met deze kunstvorm gepaard gaat?
Als dansleerling werk je met jouw lichaam, waar jij als mens in huist… Dat elke verbinding die hiermee samengaat (met medeleerling of dansdocent van de les waarin je danst) een intensiteit met zich meebrengt, is niet gek! En dat het heftig is als er aan jouw ‘huis’ wordt gesleuteld - op fysiek en mentaal niveau - in het krijgen van feedback en correcties (al dan niet met fysieke aanraking gepaard), is dat waardoor jouw ervaring zo intens kan zijn van de manier waarop dat gebeurt? Alsof iemand je huis binnenkomt en de het een en ander verbouwt?
Of dat je als groep wordt aangesproken op een bepaalde manier, wat jullie allen persoonlijk raakt (positief of negatief) omdat jullie zo fysiek ‘open staan’… Is dat waardoor de kwetsbaarheid zo groot is als de balans verstoord voelt?
Ook geldt de kwetsbaarheid voor de dansdocent die - wat we met vrij grote zekerheid kunnen aannemen -zijn/haar ziel en zaligheid in de les heeft gelegd. Als het ware legt de dansdocent zijn hart ook ‘bloot’ in wat hij/zij aan de leerlingen aanreikt. Als de leerlingen daar niet op reageren zoals verwacht of als er in het proces iets vastloopt wat onbesproken blijft, komt dit even hard binnen als andersom.
Kwetsbaarheid als vruchtbare bodem voor groei
Als zowel de dansdocent als de dansleerlingen (uiteraard afhankelijk van hun leeftijd of in de vorm die bij de leeftijd past) zouden beseffen hoe de onderlinge kwetsbaarheid bij beiden aanwezig is en vooral: dat deze er mag zijn, dan zou het weleens zo kunnen zijn dat de kwetsbaarheid transformeert tot een bron van kracht, waarin een warme connectie ontstaat en waar een vruchtbare bodem voor groei ontstaat, waarin inspiratie en ontwikkeling in vrijheid kunnen leven.
Als dansdocent
Durf jij als dansdocent kwetsbaar te zijn? Durf jij te uiten dat je kwetsbaar bent? Maak jij het bespreekbaar in jezelf, met jouw collegae of leerlingen, hoe krachtig de invloed van de leerlingen aanwezig is, op de manier die de toehoorder aankan? Behandel je dit in openheid?
Als dansdocent, besef jij je hoe jij het verschil kan maken in het beïnvloeden van de leerlingen? Dat je hun dag kan maken en breken? En hoe ga jij daarmee om? Besef jij als dansdocent jouw kracht, die je kan gebruiken of… misbruiken?
Als dansleerling
Als dansleerling, besef jij je hoe jouw uitstraling, je innerlijke aanwezigheid in de les, jouw inzet en energie de dansdocent ook enorm kan beïnvloeden? Net zoals dat de dansdocent jou kan laten vliegen, kun jij de dansdocent ook laten vliegen als dansleerling. En durf jij aan jouw dansdocent te vertellen wat je heeft geraakt, ook als je iets je heeft gekwetst of als het niet goed voelt?
Beide partijen dragen verantwoordelijkheid voor de ‘ziel’ van de dansles, voor het kwetsbare gedeelde goed waarmee we werken: ons dansend lichaam. En dat is precies de magie! Allebei de partijen houden van dans, willen daar graag mee bezig zijn en deze grote gemene deler kan de harmonie weer herstellen. De balans is altijd te vinden in waar iemand wordt geraakt in zijn liefdevolle hart. Mensen die met dans bezig zijn, hebben liefde voor dans en zowel dansdocent als dansleerling zijn hiermee vervult, wat een zekere kwetsbaarheid met zich meebrengt. Als je elkaar op dat vlak weer weet te vinden, dan kan het niet anders dan dat jullie de verbinding, in rustige en warme communicatie, weer kunnen herstellen. Misschien dat alleen dit besef al wonderen doet om de balans in eenheid weer te optimaliseren...
Door het besef van kwetsbaarheid en eenheid in beide richtingen ontstaat er wederzijds begrip, een openheid waar we allemaal op zitten te wachten, die ons hart verlicht en die ons samenzijn in de dansstudio transformeert tot een samenwerking die ons dusdanig verrijkt, dat groei in elke ervaring (of deze nu negatief is of positief) mogelijk is. Durf te communiceren, te delen, te leven - dansdocent en dansleerling!
Daar teken ik voor :-).
Blessurewijsheid
Posted on April 10, 2016 at 8:00 PM |
![]() |
BLESSUREWIJSHEID
Geschreven door: Esther Nederpelt Lazarom
Oh nee, een blessure
Herken je de reactie bij jezelf dat als je een blessure hebt, je daar eerder chagrijnig over gestemd bent dan anders? 'Ohhh nee, wat nu' en 'vreselijk, nu kan ik de vreugde van de voorstelling/presentatie niet ervaren, het plezier van de voorstelling niet voelen' of 'de testles/opdracht niet dansen' of 'wat moet ik nu met al mijn lessen doen die ik straks moet geven?’ Deze reacties klinken de meeste van ons dansers en dansdocenten maar al te bekend in de oren, na het constateren van een pijnlijke plek in het lichaam wat ons functioneren belemmert...
Logisch. Laat die eerste reactie er volledig zijn. Baal, pieker, wees somber, laat je docenten weten dat je niet kan komen dansen of zoek in flinke vaart naar vervanging voor de lessen die je zelf zou geven. Niets mis mee en volledig legitiem, vooral doen.
En dan? Dan komt er een moment waar het om gaat of je blessure een 'last' of een 'lust' gaat worden. Nu is een lust natuurlijk een vreemde uitdrukking voor een blessure. Daarmee doel ik op de positieve effecten van jouw blessure. Lees verder...
Een beetje tegenwind maakt je... sterker?
Als we uitgaan van het feit dat een tegenkracht meestal resulteert in het versterken van wat ze bestrijdt, net zoals de wind waar je tegenin loopt ervoor zorgt dat je meer spierkracht traint bij het lopen, dan is een blessure zo gek nog niet. Zegt ze dat echt? Ja dat zegt ze echt. Hierbij ontkennen we niet dat je jouw solomoment in de voorstelling met veel verdriet moet missen, de fysieke pijn, het eventuele schuldgevoel van 'aan de kant zitten/niet mee kunnen doen', 'het in de steek laten van je leerlingen' of de te nemen acties die nodig zijn en die je de nodige stress of energie kosten om je lessen te laten vervangen...
Wat een blessure (de tegenkracht) dus wil, is jou versterken in het gebruik van datgene wat hij nu tegengaat, datgene wat je nu niet kunt doen of uitvoeren. Wauw! Dat is een hele andere kijk op een blessure dan die je wellicht had! Namelijk dat die er is om je het leven zuur te maken...
Lichaamsbewustzijn
Daar verder op doordenkend... De aanwezigheid van de blessure zorgt ervoor dat het geblesseerde lichaamsdeel niet zijn werk kan doen zoals normaal gesproken. De blessure stelt je voor een uitdaging: het laat ons per direct meer bewustzijn naar de taak te brengen die het lichaamsdeel normaliter zou uitvoeren. Bijvoorbeeld: het schiet in je nek. Meteen ervaar je de beperkingen van de bewegingen die je normaal gesproken zonder nadenken maakt. BAM: lichaamsbewustzijn!
En hier zit ons goud, dansers! Hier ligt onze pot met goud ècht voor het oprapen, onderaan de geblesseerde regenboog! Door een toename van bewustzijn in het lichaamsdeel dat door een blessure totaal anders functioneert, kan het resultaat niet anders zijn dan dat we hier met meer bewustzijn uitkomen dan hoe we erin gingen. Aha!
Dit bewustzijn kan vergroten op een tal van gebieden: inzicht krijgen in de anatomie van jouw eigen lichaam, meer voeling krijgen met je energie-niveau, versterking van jouw kracht om voor jezelf te kiezen of inzicht krijgen in het functioneren van je algehele gezondheid en wat jij daarvoor nodig hebt.
Het verhaal van de blessure
De blessure lijkt dus wel een verhaal te hebben, alsof het tegen je praat en je aangeeft dat je meer bewustzijn mag ontwikkelen.
Op specifiek gebied kan het zijn dat je blessure je aangeeft dat ene lichaamsdeel op een andere manier in te zetten, er zachtzinniger mee om te gaan of het meer te laten ondersteunen door bepaalde spieren. Het kan zijn dat de blessure je een andere manier van bewegen in jouw techniek wil leren, bijvoorbeeld dat je bij je danssprongen meer aandacht mag geven aan de landing, in plaats van aan de sprong zelf. Het zegt daarmee eigenlijk dat je jezelf in een sprong de veiligheid mag geven al bewust te zijn van je landing alvorens je sprong te gaan maken. Wat een blessurewijsheid! Henk Knaap (oud-danser van het Nationaal Ballet, nu docent voor docenten) zegt het zo in zijn lessen: "Geef jezelf de veiligheid van een goede landing, dan wil die sprong wel".
Op een ruimer vlak is het misschien zo dat je wellicht je grenzen meer mag respecteren, of dat je liefdevoller naar je lichaam mag zijn, of naar jezelf in totaal... Misschien heb je wel meer rust nodig, minder indrukken of gewoon... tijd voor jezelf? Wellicht zul je bij een van de onderwerpen een herkenning voelen in jezelf.
De belangrijkste stap is jezelf bevragen over jouw blessure.
Op fysiek niveau is dat bijvoorbeeld: welke beweging wordt er beperkt? Om welke spier gaat het? Bij welke beweging voel ik deze spier? Hoe doe ik dat eigenlijk? Kan dat ook anders? Welke spieren komen kracht tekort waardoor ik dat doe? Wat heb ik nodig? Waarom precies op die plek? Het wakkert je nieuwsgierigheid over je eigen lichaam aan.
Op mentaal vlak kunnen dat eerder vragen zijn als wat je er nu van leert om aan de kant te zitten, hoe je het ervaart dat je lichaam niet voluit kan dansen - kun je wel de dansstroom blijven voelen en voeden of zet je alles op slot? Hoe is het voor jou om iets niet te doen wat je wel van plan was, hoe voelt dat, hoe ga je daarmee om? Heb je het gevoel je dat je faalt? Zo ja, mag dat? Voel je dat je tekortschiet naar je mededansers of naar je leerlingen toe, of naar jezelf? Zo ja, mag dat? Of ben je ermee in gevecht... Waarbij beide uiteraard van waarde zijn.
Leg je oor te luisteren
Wat zegt jouw blessure door zijn aanwezigheid? Wat vertelt het je door zijn disfunctioneren, door de uitdrukkingsmogelijkheden en activiteiten in dat specifieke lichaamsdeel uit te schaken?
Door jouw blessure te erkennnen, er te laten zijn en vervolgens te onderzoeken (met alle bijbehorende fysieke en mentale aspecten), kun je als het ware werkelijk gaan luisteren en gaan horen wat de blessure jou wil vertellen, waarbij jij per definitie zorg draagt voor een dieper inzicht in jezelf. Als een blessure niet wordt onderkend, weerhoudt het ons ervan om voorwaarts te gaan in ons herstel en zelfs in onze ontwikkeling. De blessure zet zijn energie dan als het ware 'vast'. Door onderkenning en onderzoek gaat de energie in jou stromen en dat schept een ruimte waar heling plaats kan vinden!
Wat je tegen kan houden is wellicht de gedachte dat als je jouw blessure er laat zijn je in z'n totaliteit in zal storten, dat je niet meer meetelt, je nooit meer die mooie solo zal kunnen dansen of dat jouw leerlingen helemaal fan zullen worden van de invaldocent. In jouw gedachten kan de overtuiging zitten 'toegeven is neerstorten' of 'als ik het erken, zal ik alles verliezen'. Ons brein houdt ons maar al te vaak voor de gek met de 'alles of niets wijsheid'.
Bij deze de uitnodiging een kleine wijziging in je systeem aan te brengen, al is het maar een druppel van de zee in jou die met deze gedachte mee kan bewegen: het luisteren naar jouw blessure is het begin van de genezing.
Puur toeval in de timing en locatie van de blessure? Volgens mij niet. Volgens mij weet de blessure precies wat jij mag leren in zijn aanwezigheid... Leg je oor te luisteren, de blessure is wijzer dan je denkt!